Mkb-ondernemer rekent zich snel te rijk aan overnamesom
Te hoge prijsverwachtingen remmen het herstel van de overnamemarkt in het midden- en kleinbedrijf. Ondernemers krijgen minder voor hun bedrijf dan ze nodig hebben voor hun pensioen en blijven om die reden zitten. Dit signaleert het expertteam van Dutch Corporate Finance Association, een club van 200 dealmakers en financiële adviseurs.
Uit een onderzoek in opdracht van fusie- en overnamebemiddelaar Marktlink onder 200 mkb-ondernemers blijkt dat 53% voor hun pensioen afhankelijk is van de opbrengst van hun bedrijf. ‘Velen zitten met een pensioengat. Ik had niet verwacht dat het percentage zo hoog zou liggen’, zegt Tim van der Meer, lid van het expertteam en partner bij Marktlink. Het gevolg is dat scheidende ondernemers een bedrag willen opstrijken dat voldoende is om van te leven. Dat strookt niet noodzakelijkerwijs met de marktwaarde van het bedrijf. Ze rekenen er in doorsnee op 8,8 maal de winst te krijgen. Van der Meer: ‘Dat is ver boven het gemiddelde in het mkb, dat ligt rond 5 maal de winst. Verkopers moeten die verwachting naar beneden bijstellen.’
Menig directeur-eigenaar heeft de neiging zichzelf rijk te rekenen. Hij denkt de goodwill te kunnen verzilveren, maar vergeet gemakshalve dat hijzelf de belichaming daarvan is. Door een conservatieve financiering — niet ongebruikelijk in het mkb — wordt het moeilijker een goede prijs te krijgen. ‘Veel ondernemers die tegen hun pensioen aan zitten, zijn er trots op dat ze hun bedrijf schuldenvrij aanbieden’, zegt Van der Meer. Een voorbeeld: ze betalen liever een wagenpark uit eigen zak dan de auto’s te leasen. ‘Maar dat gaat ten koste van de cashflow en daarmee van de waarde van de onderneming.’
Door de overspannen verwachtingen komen deals niet tot stand en blijft de ondernemer noodgedwongen zitten. ‘Een directeur-eigenaar van 70 jaar of ouder is geen uitzondering meer’, zegt de Brabantse bedrijvenadviseur Robert Vos. Hij wijst op bedrijven in de metaalbewerking en de elektrotechniek rond Eindhoven die de piek rond de eeuwwisseling nooit meer hebben geëvenaard. ‘Ze hebben geen opvolger gevonden die het oude prijsniveau wilde betalen. De kredietcrisis heeft die situatie niet beter gemaakt.’ De betrokken entrepreneurs willen daarover zelf niet in de publiciteit. Vos: ‘Ze hebben een bedrijf opgebouwd maar raken het niet kwijt. Daarover heerst schaamte.’
Een veel gekozen uitweg is de aanstelling van een bedrijfsleider die een klein aandelenbelang krijgt. Deze manager moet dan uitgroeien tot de toekomstige opvolger. Op die manier kan de eigenaar op termijn alsnog zijn pensioen uit het bedrijf halen. Zolang dat punt niet is bereikt, blijft hij aan als statutair directeur en behoudt hij zijn management fee. Een lichtpuntje is dat banken zich sinds kort soepeler opstellen met financiering van transacties. ‘De loketten zijn weer geopend’, zo ervaart corporate finance adviseur Aron de Jong van adviesbureau Ten Kate Huizinga. De tarieven gaan omlaag, de borgstelling wordt minder knellend en de ratio’s worden verruimd (schuld ten opzichte van brutoresultaat). En als kopers makkelijker geld krijgen bij de bank, kunnen ze een hogere prijs bieden, is de verwachting.