Belastingplan 2014
Het Belastingplan staat vooral in het teken van het uitvoeren van de diverse fiscale maatregelen uit het Regeerakkoord. Het voornaamste doel van de maatregelen is het op orde brengen van de overheidsfinanciën. Naast een solide belastingopbrengst krijgt een ander speerpunt uit de fiscale agenda van staatssecretaris Weekers, een fraudebestendig belastingstelsel, gestalte in het pakket Belastingplan 2014 door diverse maatregelen rond de aanpak van fraude. Ten slotte passen de belastingplannen waar mogelijk ook in het streven naar een eenvoudiger belastingstelsel. De maatregelen worden hieronder behandeld.
Fraudebestendigheid
Om te voorkomen dat toeslagen ten onrechte worden uitbetaald en niet terug te halen zijn, krijgt de Belastingdienst ruimere bevoegdheden om aanvragen strenger te controleren. Zo kan de dienst besluiten aanvragen niet in behandeling te nemen of lopende betalingen te stoppen. Als iemand die een voorschot aanvraagt onbekend is bij de Belastingdienst komt hij pas in aanmerking voor een voorschot op een toeslag als hij zich gemeld heeft op het Belastingkantoor met bewijzen. Pas als zo is vastgesteld dat de nieuwe aanvrager daadwerkelijk recht heeft op de toeslag, zal de Belastingdienst een voorschot verlenen. Om dit mogelijk te maken wordt de beslistermijn voor de verlening van een voorschot verlengd van 8 naar 13 weken, met de mogelijkheid om die termijn nog eens met maximaal 13 weken te verlengen.
Inkomensbeleid
Een van de pijlers van het kabinetsbeleid is om de lasten evenwichtig te verdelen, vooral in tijden van ingrijpende bezuinigingen. Tegelijkertijd wordt werken meer lonend gemaakt om te stimuleren dat mensen aan het werk gaan. Hiertoe heeft het kabinet in het regeerakkoord een aantal maatregelen aangekondigd. Een daarvan is de verhoging van de arbeidskorting. De maximale arbeidskorting wordt in vier jaar in totaal verhoogd met € 836. Voor 2014 bedraagt de verhoging € 374. Voor inkomens hoger dan 225% van het minimumloon wordt de arbeidskorting verder inkomensafhankelijk afgebouwd. Het maximum van de algemene heffingskorting voor inkomens tot € 19.645 wordt in vier jaar verhoogd met in totaal € 196. Met ingang van 1 januari 2014 wordt de algemene heffingskorting voor inkomens tot € 19.645 verhoogd met € 99 tot maximaal € 2100. Voor inkomens vanaf € 19.645 geldt dat de algemene heffingskorting inkomensafhankelijk wordt afgebouwd.
Fiscale facilitering stamrechten
Per 1 januari 2014 mogen alle vermogen die onder de stamrechtvrijstelling vallen, in één keer worden uitgekeerd. De eis dat deze stamrechten in periodieke termijnen moeten worden uitgekeerd, komt dus te vervallen. Hierbij is niet van belang of het stamrecht in een stamrecht-bv of bij een bank, beleggingsinstelling of verzekeraar is ondergebracht. Kiest men voor een uitkering ineens, dan valt deze uitkering normaliter geheel in box 1 van de inkomstenbelasting. Maar als de aanspraak in 2014 in één keer wordt uitgekeerd, wordt slechts over 80% van de uitkering belasting geheven. De stamrechtvrijstelling voor nieuwe stamrechten wordt op 1 januari 2014 afgeschaft.
Vrijstelling schenkbelasting
De eenmalig verhoogde vrijstelling in de schenkbelasting wordt tijdelijk verruimd. Momenteel mogen ouders eenmalig maximaal € 51.407 schenken aan kinderen tussen de 18 en 40 jaar, mits de schenking wordt gebruikt voor de eigen woning (zoals aankoop of verbouwing). Van 1 oktober 2013 tot 1 januari 2015 geldt een eenmalige vrijstelling van € 100.000, waarbij géén nadere voorwaarden worden gesteld aan de relatie tussen schenker en ontvanger. Ook de leeftijd van de ontvanger is niet van belang. Kortom: íedereen mag van iemand anders — zowel een familielid als een derde — een onbelaste schenking ontvangen van maximaal € 100.000. Wel moet de schenking ten behoeve van de eigen woning worden gebruikt. Verder mag de schenking vanaf 1 oktober 2013 ook worden gebruikt voor de aflossing van een restschuld.
Inkomstenbelasting en heffingskortingen
De tarieven van de loon- en inkomstenbelasting blijven in 2014 ongewijzigd. In 2015 wordt het tarief van de eerste schijf met 0,29%-punt verlaagd, en in 2016 volgt een verlaging van 0,06%-punt. De inflatiecorrectie in de loon- en inkomstenbelasting blijft in 2014 achterwege. Met betrekking tot de heffingskortingen geldt dat het maximum van de algemene heffingskorting in 2014 met € 99 wordt verhoogd. Hiertegenover staat dat de algemene heffingskorting vanaf 2014 tot nihil wordt afgebouwd voor inkomens vanaf het begin van de tweede tariefschijf in de loon- en inkomstenbelasting (€ 19.645). Het maximum van de arbeidskorting wordt in 2014 eveneens verhoogd. Voor de hogere inkomens wordt de arbeidskorting in drie stappen verder afgebouwd tot nihil, met als resultaat dat men in 2017 vanaf een inkomen van ongeveer € 110.000 geen recht meer heeft op arbeidskorting.
Pseudo-heffing hoge lonen
De pseudo-heffing van 16% over salarissen boven de € 150.000, die aanvankelijk alleen in 2013 zou gelden, is met één jaar verlengd. Dit betekent dat werkgevers deze heffing ook in 2014 moeten afdragen, te berekenen over het loon waarover in 2013 loonbelasting is geheven.
Afdrachtvermindering onderwijs
De afdrachtvermindering onderwijs wordt per 1 januari 2014 afgeschaft. Hiervoor in de plaats komt een subsidieregeling voor leerwerktrajecten. Deze maatregel is vooral bedoeld om de regeling goedkoper te maken én om misbruik te voorkomen. De nieuwe subsidieregeling valt onder het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
MRB-vrijstelling oldtimers
Met ingang van 1 januari 2014 hoeft geen motorrijtuigenbelasting meer te worden betaald voor motorrijtuigen van 40 jaar en ouder. Voor personen- en bestelauto’s (mits deze op benzine rijden), vrachtauto’s, bussen en motorfietsen die op 1 januari 2014 minimaal 26 jaar oud zijn, maar jonger dan 40 jaar, komt er een overgangsregeling.